Salvete
--------------------------------------------------------------------------------------
Nacht. Herakles kan de slaap niet vatten. Hij ligt in zijn bed naast zijn vrouw Megara. Hij voelt zich onrustig. Hij weet niet waarom hij zich zo onrustig voelt. Er zijn geen vijanden in de buurt, noch zijn de Goden ver weg van hem. Niet zo ver van hem, liggen zijn kinderen en de kinderen van zijn halfbroer te slapen in hun slaapkamer. Herakles woont in een typische Helleens huis dat eigen is aan die tijd. Hij gooit zijn dekens weg en zet zich vervolgens recht op zijn bed.
Hij wrijft met zijn handen door zijn haar, niet begrijpend waarom hij niet in slaap kan vallen. Zijn vrouw en kinderen hebben er geen last van slapeloosheid. Het is al de derde week op een rij dat Herakles niet kan slapen. Drie weken met hoogstens 3 uur slaap. Dat is niet veel. Een mens heeft nu eenmaal minstens 6-8 uur slaap per dag nodig om goed te functioneren. Het feit dat Herakles al 3 weken ver niet geslapen heeft reflecteert zich op zijn dagelijkse karweien thuis. Hij verwaarloost ze. Hij besluit eens te wandelen door de straten. Hij denkt dat frisse lucht hem goed zal doen en misschien hem kan helpen in slaap vallen. Herakles stelt zich recht. Hij wandelt de slaapkamer uit richting de deur. Volledig gekleed. Verlaat hij zijn huis. Hij wandelt rustig door de straten. Hij wil geen fysieke inspanning doen waardoor hij weet dat het nog moeilijker zal zijn om in slaap te raken. Hij heeft ook proberen bidden tot de God Hypnos en zelfs tot de God Morpheus om hem te helpen. Hij heeft zelfs offers gebracht en wierrook verbrand in hun namen. Tot nu toe, zonder succes. Hij begint zich af te vragen waarom hem dit overkomt. Hij heeft de Goden geëerd zoals het hem werd geleerd door zijn moeder, die het geleerd heeft van haar ouders. Hij heeft ervoor gezorgd dat zijn kinderen het ook op dezelfde manier doen zoals hij het doet. Wat heeft hij verkeerd gedaan dat de Goden kwaad zijn op hem? Langzaam maar zeker krijgt hij het gevoel dat hij achtervolgd wordt. Hij kijkt achter zich en ziet net hoe enkele figuren weg glippen in de duisternis. Hij volgt ze maar ze ontsnappen steeds aan hem. Zelfs voor een halfgod die onmenselijk sterk is, lijkt het er op dat hij deze keer zijn vijanden niet kan pakken. Elke keer als hij ze ziet, ontsnappen ze elke keer aan hem en verschijnen ze terug achter hem. Het is pure waanzin. Herakles loopt achter menselijke figuren aan die steeds verdwijnen en steeds terug achter hem te voorschijn komen om dan weer achter hen aan te zitten. Elke keer als hij denkt ze te pakken te hebben als hij ze ziet in een doodlopende straat in lopen, vindt hij ze niet meer.
Na een halve nacht achter schimmen aangezeten te hebben, keert hij terug naar huis. Hij weet dat diezelfde schimmen hem achtervolgen. Hij doet er niets aan omdat hij te moe geworden is en geen wapens bij hand heeft. Die liggen thuis.
Bij zijn aankomst gaat hij richting slaapkamer. Daar haalt hij zijn zwaard als pijl een boog boven om zijn gezin te beschermen. Nu gaat hij vervolgens naar de centrale ruimte die recht uitkijkt op de deur. Gelijk bij alle Helleense huizen is deze ruimte niet overdekt en kijkt ze uit op een nachthemel waar geen wolkje maar ook te zien is. De maan is in zijn laatste fase gekomen vooraleer ze verdwijnt. Daar plant hij zich neer om zijn schimmen op te wachten.
Hij wacht. Hij blijft wachten tot hij even indommelt. Als hij terug wakker wordt ziet hij zijn schimmen voor hem staan in de duisternis.
‘Toon uzelf! Ik wil weten met wie ik te maken heb!’
Herakles stelt zich recht – in een defensieve houding. De schimmen komen in het licht van de maan terecht – het weinig licht dat het uitzendt, maar het is genoeg voor Herakles de schimmen te identificeren als de Minyaanse soldaten, 6 soldaten die hij gedood had in de slagveld tussen Thebanen en Minyans. Hij verschiet zich een bult. Het laatste wat hij gedacht had was geconfronteerd te worden met de zielen van de vijanden die hij gedood heeft. Hij weet dat er geesten kunnen ronddwalen op Aarde, maar dit gaat zelfs voor Herakles te ver. Normaal gezien zou hij weten wat te doen, maar door dat hij slaap te kort komt, panikeert hij en valt de geesten aan - iets wat belachelijk is - want geesten zijn wezens die geen materiele lichamen hebben – dus kunnen ze ook niet verwondt worden door fysieke wapens.
Hij schiet eerst zijn pijlen af om de soldaten. Na 8 pijlen snel elkaar opvolgend afgeschoten te hebben, vallen er 4 soldaten neer op de grond. De overige twee willen vluchten, maar Herakles zet de achtervolging in. Hij grijpt ze vast, klopt ze met hun hoofden tegen elkaar en gooit ze vervolgens op de grond. Hij grijpt zijn zwaard vast met zijn linkerhand en is van plan om de 2 soldaten vervolgens ook te vermoorden als straf om zijn huis binnen te vallen en zijn gezin te bedreigen. Maar vooraleer hij kon uithalen naar hen, smijt een onbekende - maar zeer krachtige en onbekende macht hem tegen de muur van zijn eigen huis. Herakles kijkt naar de soldaten en rondom hem in de hoop zijn vijand te zien die hem tegen de muur geklopt had. Spijtig genoeg voor Herakles ziet hij zijn vijand niet die hem dit gelapt heeft. Hij ziet de twee soldaten rechtkomen. Hij merkt op dat ze niet goed weten wat ze moeten doen. Op dat moment veranderen de twee soldaten in de 2 kinderen van zijn broer Iphikles. De schok van wat hij ziet zorgt ervoor dat Herakles het bewustzijn verliest.
De volgende ochtend wordt hij wakker gemaakt door zijn halfbroer en zijn neef Theseus. Theseus is nog redelijk jong. Hij is 16 jaar en groeide op met Herakles.
Herakles! Herakles! Wakker worden?’ Roepen Theseus en Iphikles.
‘Wat er is gebeurd?’ Vraagt Herakles met een verdwaasde blik in zijn ogen. Het is nog niet goed doorgedrongen bij Herakles wat er precies gebeurd is. Het laatste wat hij zich herinnerde was dat hij 2 Minyaanse soldaten zag veranderen in zijn 2 neefjes. Hij verteld dit ook aan zijn broer. Theseus luistert aandacht gelijk Iphikles. Ze kijken elkaar vragend aan - niet goed wetend wat er precies gebeurde.
‘Uhm, we hebben geen soldaten gezien noch sporen van hen gevonden, Herakles.’
‘Als ze hier waren, hadden we sporen gevonden van hen.’ Verteld Theseus die opgeleid werd door Herakles in verschillende manieren van vechten als sporen zoeken.
‘Dat kan niet. Ik had er 4 gedood vooraleer ik tegen de muur gesmeten werd?’ Herakles zet zich recht. Hij begrijpt nog altijd niet goed wat er aan de hand is. Zijn broer als Theseus willen hem tegenhouden. Hij kan aan hen zien dat er iets niet pluis is. Hoewel ze zelf niet goed beseffen hoe ze het moeten vertellen aan hem, stelt Herakles zich recht. Op dat moment dringt het tot hem door wat er precies gebeurd is. Hij ziet zijn vrouw en zijn 3 kinderen dood op de grond met elk 2 pijlen in hun lichaam zittend – pijlen die elke mens fataal zou zijn. Hij loopt naar hen toe in de hoop dat het maar een slechte droom was. Hij pakt zijn vrouw vast in zijn armen. Hij begint te huilen van verdriet - verdriet dat hij zijn vrouw en kinderen kwijt is. Datzelfde verdriet maakt al snel plaats voor woede. Hij wil weten wie het gedaan heeft. Hij haalt de pijlen uit hun levensloze lichamen en bestudeert ze. Hij weet dat die pijlen zich aan iets doen denken, maar kan er maar niet op komen. Langzaam aan, kruipt het besef in zijn gedachten dat hij wel eens verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de slachtpartij. Hij loopt nu naar zijn eigen koker die wat verder op ligt op de grond - naast de plaats waar hij de vorige nacht wacht gehouden heeft. Hij haalt een pijl eruit en vergelijkt ze met de pijlen die hij uit de lichamen van zijn vrouw en kinderen gehaald heeft. Ze zijn exact dezelfde.
Herakles valt op zijn knieën beseffend dat hij verantwoordelijk is voor de slachtpartij. Hij is degene die Megara en hun kinderen vermoord heeft. Tranen rollen over zijn wangen als hij begint te wenen voor de tweede keer. Deze keer niet alleen van verdriet, maar ook van schuld en wroeging. Hoewel hij het niet goed weet wat er precies gebeurd is, weet hij dat HIJ de moordenaar is van zijn gezin en dat HIJ moet boeten. Zijn halfbroer en zijn neef Theseus staan te kijken naar Herakles - zelf niet goed wetend wat ze moeten doen. Het enige wat ze kunnen doen is Herakles proberen overhalen in vrijwillige ballingschap te gaan. Herakles merkt zijn zwaard op die op geen 5 meter van hem ligt. Voor hem is de situatie uitzichtloos. De magistraat is op komst als de vader van Megara, de koning van Thebe. Beseffend dat de situatie uitzichtloos is en liever sterft door zelfmoord dan vermoord te worden door gewone soldaten - grijpt hij zijn zwaard vast en staat klaar om zelfmoord te plegen. Juist op dat moment dat hij zijn zwaard in zichzelf ging rammen, houd Iphikles hem tegen. Theseus was op dat moment niet in dezelfde ruimte als hen. Iphikles weet zijn goddelijke halfbroer te van overtuigen dat zelfmoord niet de oplossing is voor hem, maar vrijwillige ballingschap wel. Als hij vrijwillig in ballingschap gaat en zich laat reinigen door een andere koning gelijk koning Thespios, dan kan hij het Orakel van Apollon De Lichtgevende bezoeken en vragen wat hij kan doen om boete te doen voor zijn misdaden.
Herakles laat het zwaard vallen en verlaat neerslachtig zijn eigen huis. Hij wandelt richting Thespios in de hoop dat hij hem wil reinigen van deze misdaad zodat hij Delphi kan bezoeken en vragen aan de Pythia wat er verlangd wordt van hem van de Goden om boete te doen. Als hij er toch is, kan hij ook vragen wat er precies gebeurd is – aangezien de Pythia wel het antwoordt zal weten op de vraag wat er gebeurd is. Maar Herakles weet het antwoordt al. Hij is krankzinnig geworden van te weinig slaap en begon te hallucineren waar hij niet meer kon terugkeren naar de realiteit en vastzat in zijn fantasie waar hij bedreigd werd door vijandige soldaten.
--------------------------------------------------------------------------------------
Valete optime
Quintus